Iedereen kan
tegenwoordig op het internet, Het is zeer toegankelijk voor de kinderen van nu
en ze zijn er zelfs mee opgegroeid. Er is niks niet te zien op het internet. Waar
eerst de geschreven kunst voor de elite was, kan nu iedereen alles wat ze
willen weten of zien bekijken op het web.
Er kan door
iedereen informatie toegevoegd worden op het internet dan wel niet van iemand
anders of van diegene zelf. Er kunnen kleine kinderen verhalen vertellen of
lezen. Ze kunnen veel leren op het internet maar kunnen echter ook afschuwelijke
dingen tegenkomen.
De digitale
wereld is een deel van onze samenleving geworden. Het is voor velen onmisbaar
in het dagelijks leven. Iedereen staat continu in contact met elkaar. Hoe zou
de hedendaagse samenleving er wel niet uit hebben gezien als er geen personen
begonnen waren met muurschilderingen te maken?
We kunnen
onszelf goed vergelijken met de monniken die als eerst de boeken overschreven
en kennis overdroegen. We kunnen onszelf ook goed vergelijken met de eerste
personen die boeken begonnen te drukken. Dit omdat we vrijwel elke dag tekst en
kennis verspreiden via het internet, door middel van onze telefoons en
computers.
Je kan een
tekst schrijven en op Wikipedia zetten. De tekst wordt dan naderhand
gecontroleerd. Dit maakt Wikipedia vertrouwelijker dan de encyclopedie waardoor
op de lange termijn de eeuwenoude boekenkunst van papier en inkt zal gaan verdwijnen.
Is dit erg? Ik denk van niet. We zitten gewoon in de volgende ontwikkeling
waarin er nou eenmaal dingen verdwijnen en er andere voor in de plaats komen.
In dit geval verdwijnt het boek en daarvoor in plaats komt het digitale scherm.
We zijn
begonnen in een piramide vorm van informatie verschaffen, waarin vroeger de
monniken bepaalde wat er gelezen werd. Nu is de piramide omgedraaid en bepalen
we zelf wat we lezen en in veel gevallen schrijven we het ook nog zelf.
De telegraaf
staat aan het begin van een serie ontwikkelingen waar communicatie door werd
vergemakkelijkt. De telefoon werd verder ontwikkeld tot een draagbaar apparaat waarmee
je altijd en overal met een andere persoon die ook zo’n telefoon had kon
communiceren.
Nu is de
telefoon zover dat we continu overal en altijd in contact staan met de hele
wereld. Van de Verenigde Staten tot aan Europa is er geen moment rust voor een
persoon die zijn mobiel aan heeft staan en in zijn zak heeft zitten. Door
middel van sociale media zoals Facebook is het mogelijk om jezelf te
projecteren op een scherm naar de rest van de wereld toe.
De mensen
die op Facebook zitten die zijn continu bezig of dit geprojecteerde scherm wel
voldoet aan de verwachtingen die zij denken dat andere mensen van hun hebben.
De telegraaf heeft hier allemaal voor gezorgd dat we continu bezig zijn met
elkaar en onszelf.
De wereld is
een dorp geworden.
We leven in
een tijd dat de smartphone ons leven controleert. Voor alles is tegenwoordig een
applicatie en ons leven gaat via onze telefoon. Er gaat geen dag voorbij dat ik
op mijn mobiel geen berichten ontvang van andere mensen. Hierdoor wordt de
cohesie onder de samenleving uiteraard versterkt. Maar het zorgt anderzijds ook
voor problemen: mensen vinden het lastiger om alleen te zijn.
Er moet
continu contact gelegd worden met de buitenwereld, als er 3 uur geen “whatsapp
bericht” is verkregen of geen Facebook feed is bekeken ontstaat er al stress.
De
smartphone is natuurlijk ook een verlenging van het hedendaagse leven. Het
maakt dingen makkelijker. Je hebt je agenda, je bankrekening en je e-mail
allemaal in één aparaat. De werktijd van de gemiddelde arbeider is met een
kwart verlengd door de komst van de smartphone, dit betekent dat het beter is
geweest voor economie.
Maar dat er
een chaos uitbreekt zodra het Blackberry ping systeem offline raakt gaat voor
mij toch iets te ver. Het lijkt alsof men vergeten is dat het slechts een
hulpmiddel is en geen oplossing voor de eventuele problemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten